PIR Sensor

Wildcamera’s maken alleen opnamen als er daadwerkelijk activiteit voor de camera is. Ze zijn hiervoor afhankelijk van een zogenaamde passieve infrarood (PIR) sensor. Deze geavanceerde sensor activeert de camera bij het waarnemen van een bewegende warmtebron. Wildcamera’s reageren dus niet op enkel beweging (dus niet op een bewegende tak of een vallend blad), maar alleen als het bewegende object warmer of kouder is dan de directe omgeving. Daarmee bepaalt de PIR-sensor in feite de werking van een wildcamera en is het misschien wel het meest belangrijke onderdeel van een wildcamera. Het is het geheim van de smid en dus zijn de meeste producenten niet transparant over de precieze werking van de door hen toegepaste PIR-sensor. Door goed te kijken naar de prestaties van een sensor, zoals de reactietijd (de tijd tussen het detecteren van de bewegende warmtebron en het daadwerkelijk starten van de opname), de hersteltijd (de tijd tussen twee opeenvolgende triggers) en de detectieafstand en -hoek (de afstand en maximale hoek waarop de bewegende warmtebron wordt waargenomen), krijg je een goed idee over de werking. Een snelle reactie- en hersteltijd vergroot de kans dat een snel bewegend dier toch midden in het beeldveld wordt geregistreerd (en dus niet alleen een staart in beeld is, of nog erger, een leeg beeld zonder dier).

 

PIR sensoren bestaan uit twee componenten, een pyro-elektrische sensor (A) en één of meerdere Fresnellenzen (B). De pyro-elektrische sensor bestaat uit twee elementen die de infrarode straling absorberen en daarmee het verschil in warmte waarnemen. De sensor gaat niet door objecten heen, zodoende zorgt een open landschap voor een grotere detectiezone. Zodra er een verschil in warmtestraling wordt waargenomen tussen de twee elementen, stuurt de pyro-elektrische sensor een signaal naar de camera om een foto te maken. De Fresnellenzen zorgen ervoor dat de infrarode straling binnen een detectiezone zuiver wordt opgenomen door de pyro-elektrische sensoren. De kwaliteit van de sensor en het ontwerp van de Fresnel lens varieert tussen wildcamera’s en daardoor is de ene wildcamera gevoeliger dan de ander.

PIR sensor

 

Onderstaande afbeelding geeft de wisselwerking weer tussen de detectiezones van een PIR- (rood) en bewegingsensor (1-6 vlakken) bij een Reconyx HyperFire 1 wildcamera. De PIR sensor stuurt pas een signaal naar de camera zodra een dier zich in de PIR detectiezone bevindt, er een verschil in temperatuur wordt waargenomen, en het dier één van de vlakken betreedt of verlaat. Het hert (linksboven) wordt dus niet gedetecteerd door de wildcamera (aangepaste afbeelding afkomstig van Reconyx). 

 

PIR sensor_reconyx